Onze tijd is er een van visuele overvloed. Elke dag opnieuw maken we met z’n allen een onvoorstelbare hoeveelheid afbeeldingen, met name afbeeldingen van elkaar. Maar deze “representaties”, zoals geesteswetenschappers ze noemen, zeggen niet alleen iets over de geportretteerden, maar vooral iets over de zienswijze van de makers en over de relatie tussen het “Zelf” en de “Ander”.
In mijn onderzoek “Pictures That Divide”, een onderzoek naar de islam, visuele cultuur en diversiteit in Nederland, probeer ik de hedendaagse samenleving te begrijpen aan de hand van “pictures”, plaatjes. Van de vele plaatjes die je zou kunnen bestuderen heb ik gekozen voor de plaatjes waar we het met elkaar stellig oneens over kunnen zijn, plaatjes en bijbehorende praatjes die ons verdelen. Het woord “diversiteit”, dat al in de Oudheid werd gebruikt om religieuze verschillen aan te duiden, stamt niet toevallig van het Latijnse divertere, iets doen bewegen in tegengestelde of verschillende richtingen. Plaatjes, denk ik, zijn uitermate geschikt om deze verdelende diversiteit te onderzoeken: hoe identificeren mensen van verschillende afkomsten en levensovertuigingen zich in het dagelijkse leven met uiteenlopende manieren van kijken en gezien worden? En welke rol spelen afbeeldingen in het vormgeven van onze onderlinge relaties?
Betwiste beelden roepen lastige vragen op over een religieus diverse samenleving, over de grenzen van de vrijheid van expressie, godslastering en belediging, over je ergens mee kunnen identificeren, een religie, een land of een seksuele voorkeur. Plaatjes, of het nu gaat om hoge kunst zoals de Nachtwacht in het Rijksmuseum of populaire visuele cultuur zoals de strip Burkababes, zijn daarom zeer geschikt voor serieus wetenschappelijk onderzoek naar een pluralistische samenleving zoals de Nederlandse. Wat betekent het als scholieren gevraagd wordt de Nachtwacht van Rembrandt te bezoeken omwille van de nationale cultuur en identiteit, zoals vorig jaar door politici werd gesteld? Hoe zijn cartoons waarop moslims zijn afgebeeld onderdeel van nationale en internationale debatten over de religieuze (in)tolerantie en emancipatie in de 21ste eeuw?
Digitale prent gemaakt voor een hoorzitting in het Europees Parlement over religieuze huwelijkse gevangenschap. In opdracht van de Nederlandse feministische organisatie Femmes For Freedom, 2018.
Als religiewetenschapper probeer ik meerdere vakgebieden te combineren. Wat was de functie van afbeeldingen van de profeet Mohammed in islamitische tradities, bijvoorbeeld die gemaakt werden in het Ottomaanse Rijk of het Mughal Keizerrijk? Zonder de kunstgeschiedenis zou ik niet heel ver komen. Maar wat doen we vandaag eigenlijk met diezelfde afbeeldingen, hoe gaan musea om met zulk controversieel erfgoed? Om deze en vergelijkbare vragen te beantwoorden biedt de culturele antropologie uitkomst: ik bestudeer afbeeldingen in musea of in boeken, maar ook door te kijken hoe afbeeldingen in het bredere Nederlandse “veld” daadwerkelijk gebruikt en gezien worden, bijvoorbeeld door makers te interviewen of door een analyse te maken van reacties op sociale media.
Je kunt je afvragen of een wetenschapper zich eigenlijk wel moet bemoeien met de vele meningen die er bestaan over “Pictures That Divide”. Is zoiets als wetenschappelijke objectiviteit op dit terrein wel mogelijk? Als religiewetenschapper probeer ik in de eerste plaats de rol van plaatjes te begrijpen en daarbij eigen oordelen op pauze te zetten of ze “op te schorten”. Maar aan de andere kant zijn religiewetenschappers vereist na te denken en in gesprek te gaan met politieke filosofen en andere kritische theoretici, die menen dat de feiten altijd gekleurd worden door impliciete waardeoordelen en door de denkbril waarmee we plaatjes bekijken.
Kortom, een ingewikkeld onderwerp als religie in hedendaagse samenlevingen vereist meerdere benaderingen. Religiewetenschappen is in die zin niet een geïsoleerde discipline, maar een boeiend en complex thematisch veld waar mijn collega’s en ik, onze onderzoekers en studenten, ons met liefde in verdiepen. Na zestien jaar doorgebracht te hebben op de universiteit, eerst als student, toen als onderzoeker en nu als docent, blijf ik me elke dag weer verwonderen over religieuze diversiteit als een bijzonder menselijk, al te menselijk, fenomeen.
Pooyan Tamimi Arab is universitair docent Religiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht.